Eind september vond in Frankrijk het internationale overleg van Shetland stamboeken plaats. Dit is normaal gesproken een jaarlijkse vergadering, maar door Corona was het de laatste twee jaar niet doorgegaan. Vanuit het NSPS zijn Annika Groothuis en Remond Molenkamp hier naar toe geweest.
Er waren 10 landen vertegenwoordigd, die allemaal een kort de situatie van hun stamboek hebben toegelicht. Bijna overal in Europa is de afgelopen tijd een groei in belangstelling voor Shetland Pony’s waarneembaar geweest. De ledenaantallen van de verschillende stamboeken nemen ook lichtjes toe. Het NSPS is met meer dan 2000 leden nog steeds verreweg het grootste Shetland stamboek in Europa. Het Verenigd Koninkrijk heeft er zo’n 1200, Zweden ongeveer 625. In de andere landen zijn de stamboeken kleiner.
Frankrijk heeft aangegeven eind juli 2024 in Normandië de volgende internationale show te willen organiseren. Zweden wil de organisatie van dit evenement in 2026 op zich nemen.
Het NSPS heeft een agendapunt over de internationale dekbonnen aan de orde gesteld. Het blijkt dat het probleem dat Nederlandse fokkers de laatste tijd ondervinden nergens anders speelt. Als er al een buitenlandse hengst in één van de Europese landen gaat dekken, dan wordt die eigenlijk altijd op de hengstenkeuring in dat land aangeboden. Vervolgens draait die dan mee in het systeem zoals dat voor dat land geldt. Het internationale dekcertificaat, zoals dat al vele jaren geldt, is bedoeld voor merries die naar een ander land reizen en daar worden gedekt. De algemene mening van de andere Europese landen is dat zij geen controle kunnen uitoefenen op dekkingen die hengsten verrichten buiten hun landsgrenzen. En daarom worden in een aantal gevallen geen internationale dekcertificaten meer afgegeven. Men vindt onze situatie met buitenlandse hengsten die in Nederland dekken een Nederlands probleem dat wij zelf moeten oplossen. Men vraagt zich af waarom die hengsten niet gewoon op de hengstenkeuring verschijnen. In Denemarken werkt het zo dat iedereen aan het begin van het jaar bij het stamboek moet aangeven met welke hengst hij/zij dat jaar gaat dekken. Alleen die hengsten krijgen dan dekboeken. Mocht er een hengst tussen zitten die niet in Denemarken goedgekeurd is, dan wordt die op een EU-lijst gezet en krijgt onder bepaalde voorwaarden dan ook een dekboek. Wellicht is een soortgelijke regeling ook in ons land te overwegen. Het bestuur zal zich hierover met betreffende adviesorganen en instanties buigen.
Vrijwel alle landen gaan anders om met het papierwerk rondom export van pony’s. Niet overal wordt de ooit afgesproken werkwijze nog gehanteerd. Vooral omdat leden de kosten die officiële export met zich meebrengen te hoog vinden. Afgesproken is nu dat het moederstamboek op basis van het formulier dat wij in Nederland gebruiken een nieuw voorstel maakt voor gegevensuitwisseling bij export. Uitgangspunt daarbij is dat het land waar de pony binnenkomt informatie gaat vragen bij het land van herkomst.
Er is afgesproken dat ieder land een notitie opstelt met een uiteenzetting over de wijze waarop de hengstenkeuringen gaan en welke verschillende categorieën hengsten er gehanteerd worden. Dit om inzicht in de verschillende situaties te vergroten.
In met name Zweden en Denemarken speelt momenteel het onderwerp Skeleton Atavism (“krommen”) bij veel leden. Veel mensen laten hun pony’s testen op deze afwijking. De verschillende landen gaan hier heel anders mee om. Bij de één is het wel een onderwerp van gesprek, bij de ander totaal niet. Er is afgesproken dat ieder land op zijn manier verder met dit onderwerp omgaat.
In de voorgaande ISPC-vergaderingen is veel gesproken over mogelijke foutieve afstammingen in Duitsland. In dat land is overleg geweest tussen de verschillende stamboeken (vrijwel ieder Bundesland heef haar eigen stamboek) en de nationale overkoepelende organisatie. Daarin is afgesproken dat Duitsland een groot onderzoek gaat doen en alle pony’s met foutieve afstammingen (b.v. appaloosa’s) in het zgn. “partbred” stamboek gaat plaatsen. Men wil hierbij meer dan 10 generaties terug gaan en tot 1947 terugkijken. Dit wil men komend voorjaar al afgerond hebben.
Een relatief groot deel van de vergadering is gesproken over de zilverkleur bij Shetland Pony’s. Dit onderwerp is ook in voorgaande ISPC-vergaderingen regelmatig aan de orde geweest. De zilverkleur zou niet bij Shetlanders voor kunnen komen, maar toch zijn ze er. Deze dieren zijn allemaal terug te voeren op de hengst Silbersee Luxus. Vooral in Duitsland, Zweden en Denemarken zijn nakomelingen van hem. De afgevaardigden uit Zwitserland en Zweden hebben uitgebreid onderzoek naar deze zilverkleur gedaan. Eén van de dames heeft er bijna een levenswerk van gemaakt en concludeert dat volgens haar de kleur voortkomt uit het inkruisen van Amerikaanse pony’s in Duitsland in het verleden. Er is vooralsnog niets met keihard bewijs aan te tonen. Er is afgesproken dat het moederstamboek in overleg met de andere landen een stuk gaat opstellen over deze problematiek en dat gedeeld kan worden met de leden.
De eerstvolgende ISPC-meeting is komend voorjaar in Zweden.