Spring naar inhoud

Kroon

kroonHet kroonpredicaat kan alleen behaald worden door merries. Het zegt iets over de eigen premiekeuringsresultaten van de merrie en het vruchtbaar zijn.

 

Eisen voor kroonschap
Een eerste eis waaraan een merrie moet voldoen om voor het kroonschap in aanmerking te komen is dat zij minimaal 2 veulens heeft voortgebracht die zijn geregistreerd bij het NSPS en waarvan is vastgelegd dat de betreffende merrie de moeder is. Met ‘geregistreerd’ wordt hier bedoeld dat de veulens moeten zijn gecontroleerd door een paspoortconsulent c.q. veulencontroleur die ze tevens heeft voorzien van een transponder én ze moeten zijn ingeschreven in het Veulenboek. Nadat het transpondernummer (ook wel chipnummer genoemd) is vastgelegd in de pony-administratie bij het stamboekkantoor, en er door de paspoortconsulent geen gebreken zijn geconstateerd, is het veulen daadwerkelijk geregistreerd en mag deze meetellen voor het kroonschap van de moeder.
De tweede eis voor het kroonschap betreft de behaalde premies van de merrie zelf. Om voor het kroonschap in aanmerking te komen moet een merrie (naast 2 geregistreerde veulens) één van de volgende combinaties primeringen hebben behaald:
a. 2 maal een 1e premie of
b. 4 maal een 2e premie of
c. 1 maal een 1e premie én 2 maal een 2e premie.
De behaalde primeringen staan vermeld op het Bewijs van Inschrijving (of kortweg ‘BVI’).
Als uw merrie op de premiekeuring de laatste benodigde premie behaalt om voor het kroonschap in aanmerking te komen, is het vaak mogelijk om het BVI achter te laten bij het keuringssecretariaat. De secretaris van de fokvereniging zorgt dan voor de aanvraag bij het stamboekkantoor, tezamen met het doorgeven van de resultaten van de premiekeuring. Op sommige premiekeuringen wordt zelfs door de secretaris of iemand anders van de organisatie al bekeken of een merrie in aanmerking zou kunnen komen voor het kroonpredicaat.
Als een merrie eenmaal het kroonpredikaat heeft behaald wordt zij op premiekeuringen altijd ingedeeld in rubrieken met andere kroonmerries. Dit gebeurt uiteraard wel per maatgroep en bij grotere premiekeuringen soms ook per leeftijdsgroep.

Aanvragen
De aanvraag voor het kroonpredicaat moet gebeuren bij het stamboekkantoor. Het Bewijs van Inschrijving van de merrie moet daarvoor worden opgestuurd met vermelding dat het kroonschap aangevraagd wordt. Op het stamboekkantoor wordt gecontroleerd of de merrie aan de gestelde eisen voldoet. Wanneer dat het geval is, wordt de aanvraag verwerkt in de ponyadministratie. Voor de merrie wordt een nieuw BVI uitgedraaid met daarop de vermelding ‘KROON’ met het bijbehorende symbool: een kroontje.
Het nieuwe BVI wordt aan de eigenaar van de merrie toegestuurd. Wanneer een merrie, om welke reden dan ook, (nog) niet in aanmerking komt voor het kroonschap, dan zal dit telefonisch of schriftelijk aan de aanvrager worden meegedeeld.
Na verwerking ligt in de ponyadministratie automatisch bij alle nakomelingen van de merrie vast dat deze merrie kroon is. Voor de nakomelingen worden géén nieuwe BVI’s uitgegeven waarop die vermelding staat. Het is de houder van het BVI toegestaan om deze vermelding handmatig bij te schrijven op het betreffende BVI of om nieuwe BVI’s aan te vragen voor de betreffende nakomelingen. Echter een nieuw BVI wordt alléén verstrekt tegen betaling als het bestaande BVI wordt ingeleverd. De kosten hiervoor zijn te vinden op de Tarievenlijst.

Als een merrie eenmaal het kroonpredicaat heeft verworven, levert dit 10 punten op voor de vader en moeder van de betreffende kroonmerrie ten behoeve van eventueel preferentschap van de ouders.
Het kroonschap kan te allen tijde worden aangevraagd, ook wanneer een merrie is overleden. In dat laatste geval wordt uiteraard geen nieuw BVI meer verstrekt voor die merrie.